Op maandag 9 januari 2023 de eerste ledenavond van dit jaar. Na de opening geeft vicevoorzitter Boukje Kiewied het woord aan de heer Klaas Ybema.

Wat het weer betreft noemt hij zichzelf een selfmade man, hij heeft geen meteorologische studie gedaan, maar heeft vanaf het jaar 1900 de statistieken betreffende het weer bijgehouden. Daarnaast is hij 40 jaar leraar aardrijkskunde geweest. In 2007 heeft hij een boek uitgebracht: Kroniek van het weer in Friesland. Hij is dus geen weersvoorspeller zoals Piet Paulusma maar een statisticus.

Voor de pauze behandelt hij de afgelopen 100 jaar. Begin 1900 had Friesland regelmatig te maken met overstromingen, er waren nog geen grote gemalen en men had dan ook geen vat op het water.

In 1920 komt er een stoomgemaal in Tacozijl en later volgen er meer, zoals het Hooglandgemaal in Starum. Hij laat ons met dia’s diverse weerverschijnselen zien zoals het schaatsen op straat door ijzel in november 1927, de windhoos van 1925 in Borculo, de windhozen op Ameland in 1972 en 1992, de watersnoodramp in Zeeland in 1953, de Elfstedentocht van 1963, de Bonifatiusstorm van 1976, waarbij de spits van de Bonifatiuskerk in Leeuwarden waaide, de sneeuwstorm van 14 februari 1979 etc. Een windhoos is een zeer plaatselijk verschijnsel, zoals in Ameland, het ene campingveld niet en het andere wel. De Elfstedentocht van 1963 is uitzonderlijk, het heeft van 1 december tot 5 maart gevroren en men heeft 3 x een autotocht over het IJsselmeer kunnen houden.

Voor de statistiek: 1921 en 1959 zijn heel droge jaren, in de dertiger jaren zijn er mooie zomers, terwijl de zomers van de vijftiger en zestiger jaren koel zijn. In de veertiger jaren zijn de winters van 1941, 1942, 1945 en 1947 koud, maar het koudst is het in februari 1956.

Na de pauze: het klimaat van Nederland t.o.v. de rest van de wereld en de klimaatverandering. Klaas laat ons zien, dat ons Nederlandse weer zo gek nog niet is, al vindt hij het zelf de laatste 5 zomers veel te warm worden met herhaaldelijk 35 graden.  In 1945 is er een warmterecord van 38,6 graden in Warnsveld, maar in 2019 is er een record van 40,7 graden in Gilze-Rijen. Er zijn plekken op de wereld waar bijna nooit regen valt en plekken waar 11.000 mm. valt. Dan valt er bij ons maar een bescheiden hoeveelheid en van Klaas mogen we dan ook niet zeuren over het weer. Wel geeft hij aan dat het aan de kust natter wordt en in het binnenland droger de laatste jaren.

In een eeuw tijd is de temperatuur gemiddeld 1,5 graad hoger geworden en dat wijst toch echt op een klimaatverandering, die veel te snel gaat. De smoes dat we hier vroeger ook een ijstijd hadden en dus klimaatverandering gaat niet op, want dat was een proces van miljoenen jaren en dit gaat over een eeuw.

Klaas geeft ons ook weinig hoop op een Elfstedentocht. Hij laat een kaart zien waarop het aantal ijsdagen (dag waarop de temperatuur niet boven de 0 graden komt) te zien is en dan zie je dat langs de kust (waar een deel van de Elfstedentocht gereden wordt) veel minder ijsdagen zijn dan in het binnenland.

Klaas benoemt ook nog wat misverstanden over beukennootjes en strenge winters, ganzen in V-vorm en vorst en over onweersbuien, die terugkomen vanaf een meer, maar dat is een te lang verhaal.  

Boukje bedankt Klaas voor de interessante avond en zijn enthousiaste manier van vertellen met een presentje en wenst iedereen wel thuis.