Door Sipke Draisma
De Bolswarder Franciscusparochie vierde afgelopen weekend feest. Het kerkgebouw bestaat namelijk 75 jaar. Deze moderne kathedraal is gebouwd en ontworpen door de architect Hendrik van der Leur, een leerling van de Franse benedictijn Dom Paul Bellot. In het naastgelegen Titus Brandsma museum (www.titusbrandsmamuseum.nl) is vanwege dit jubileum een tijdelijke tentoonstelling ingericht die de moeite van het bezichtigen waard is. De bezoeker wordt daar als het ware ingewijd in de geheimen van de bijzondere architectuur die aan de Franciscuskerk ten grondslag ligt. Alle vormen, kleuren en afmetingen hebben een betekenis, de kerk is in meer dan één opzicht een werkelijk heilige plaats.
Het jubileum werd zondag gevierd in aanwezigheid van de bisschop en andere lokale en geestelijke prominenten zoals de laatste Franciscaner pastoor. Na hem kwam de parochie in handen van een wereldheer, dat is een pastoor die niet tot een religieuze orde maar tot de geestelijkheid van het bisdom behoort. Het was indertijd voor de Bolswarder parochianen best wennen dat niet langer de paters de parochie bestierden. Voor de nieuwe pastoor trouwens ook die voortaan in zijn eentje de bedienaar van de sacramenten werd in een van de grotere parochies van het bisdom.
Nu mag ik als pastor van de omliggende parochies ook geregeld op zaterdagavond het evangelie verkondigen in de Franciscuskerk (in feite mijn eigen parochiekerk want ik woon in Bolsward) en afgelopen zaterdag was dat ook het geval. Het was de vooravond van het grote feest en inderdaad was de kerk maar matig gevuld. Katholieken plegen één keer per weekend naar de kerk te gaan en de meeste Bolswarder parochianen kozen vanzelfsprekend voor de plechtige hoogmis van de volgende dag.
De huizen voorbij
In mijn overweging herinnerde ik de kleine verzamelde kudde aan de oorsprong van het woord parochie. Dat komt van het griekse para-oikia en een van de mogelijke betekenissen is ‘de huizen voorbij’. Aan de rand van de stad, de huizen voorbij, daar kwamen de eerste christenen samen. Voordat het kerkgebouw een vanzelfsprekende plaats in het midden van het dorp of de stad innam, was het bijeenkomen van het gelovige volk letterlijk een randverschijnsel.
Het lijkt er soms op dat het opnieuw die kant uitgaat. Een journaalreportage dit weekend over de viering van het 450-jarig bestaan van de bisdommen Haarlem, Den Bosch en Roermond toonde vooral de teloorgang van het daar eerst zo rijke Roomse leven. Terwijl de bisdommen de thema’s evangelisatie en inspiratie voor het voetlicht proberen te brengen, tonen de harde cijfers vooral de leegloop van parochies en de afname van het aantal vitale priesters. De Rooms-Katholieke Kerk en de protestantse volkskerk zitten wat dat betreft in hetzelfde schuitje. We delen grotendeels dezelfde problemen en het zou daarom niet zo gek zijn als de kerken bij elkaar te rade gingen of ze elkaar op dat terrein ook behulpzaam kunnen zijn en ideeën kunnen aanreiken.
Flexibeler
Daarbij zou het dan niet in de eerste plaats over gebouwen moeten gaan. Van God is bekend dat hij het liefst in een tent bivakkeert. Zo’n tent is heel wat flexibeler dan een gebouw van steen, hoe mooi ook vormgegeven en ingericht. En heel wat winderiger, maar zo kan de Geest Gods wel mooi overal bij. Het is wellicht een idee voor de plaatselijke geestelijkheid om eens gezamenlijk in een tent na te denken over hoe het evangelie kan blijven klinken in stad en dorp. In een tent liefst ‘de huizen voorbij’, in de periferie, de plek waar het eens allemaal begon.
iS.W.J. Draisma is lekendominicaan en r.-k. pastor in Workum, Makkum en Witmarsum
Van God is bekend dat Hij het liefst in een tent bivakkeert