De komst van vrede en gerechtigheid

We staan weer op de drempel van een nieuw kerkelijk jaar. Waar onze burgerlijke kalender loopt van januari tot met december, hanteren we voor de vieringen in de kerk een jaarschema dat begint op de 1e zondag van de Advent en eindigt met het grote feest van Christus Koning van het heelal.
Advent betekent niets anders dan ‘komst’. In de Adventsperiode bereiden we ons voor op de komst van de Heer. Als eerste denken we dan misschien aan de komst van het kindje Jezus met Kerst. We zullen echter zien dat de Advent daarmee niet begint. De lezingen van de eerste Adventszondagen gaan door waarmee het bij Christus Koning eindigde. Namelijk met de verwachte komst van Jezus Christus aan het einde van de tijd. Dat wil zeggen, wanneer God onze levens en heel de schepping zal voltooien.
Soms vergeten we dat wel eens. Dat we als christenen voortdurend leven in de verwachting van Jezus wederkomst. Natuurlijk gaat veel van wat we in de kerk horen over het verleden. De verhalen in de Bijbel zijn teksten uit het verleden. Ze zijn echter voor ons belangrijk, omdat ze wijzen naar de toekomst. En die toekomst heeft te maken met gerechtigheid en vrede voor iedereen. Dat komt Jezus ons brengen. Daar zien we naar uit. Dat is ook onze hoop: liefde, vrede en vreugde voor alle mensen.
Die hoop op een goede toekomst heeft gevolgen voor ons heden. Heeft gevolgen voor wat we nu doen of laten, voor wat we nu zeggen, voor hoe we denken, voor wat we goed vinden of liever vermijden. Het uitzien naar de toekomst heeft zelfs gevolgen voor ons kerstvieren en de voorgaande vier Adventszondagen. We beginnen met ons eerst te herinneren dat het om de Komende gaat. Om Jezus, omdat door zijn leven, lijden, sterven en zijn verrijzenis die goede toekomst met God zich alvast een baan heeft gebroken in onze tijd. Alle pijn, verdriet, onzekerheid die mensen kunnen ervaren willen we niet meer los zien van Jezus’ leven. We zullen daarom nu al met goede moed alles doen om medemensen nog meer met daadwerkelijke liefde te omringen.
We weten dat het tegelijk allemaal klein begint en dat we niet bij machte zijn om meteen al het lelijke in de wereld om te buigen. Dat laat het feest van Kerst ons heel goed ervaren. De menswording van God (want dat vieren we met Kerst) begint heel klein, met een weerloos kind. Dit kind mogen wij ontvangen en mag onder ons groot groeien. Ook vandaag de dag, in onze harten en in onze huizen. Daarom dat we een kerststalletje opzetten. Om ons te herinneren dat we Jezus als Zoon van God in onze wereld mochten ontvangen en nu – op dit moment – in ons leven mogen ontvangen.
Alwaar het vaak klein en kwetsbaar aankomt maar mag groeien en steeds belangrijker mag worden. Zodat liefde, vrede en vreugde ook in en door ons leven alle kans krijgt.
 
Pastoor A. Bultsma

Vieringen binnenkort