In de komende periode (begin februari tot half maart) gaan we ons richten op Pasen
Na de carnavalstijd komt Aswoensdag, waarna we gedurende veertig dagen ons voorbereiden op het paasfeest. De veertig dagen herinneren aan de veertig dagen waarin Jezus zich terugtrok in de woestijn om na te denken over het verbond tussen God en mensen. Hij liet zich niet verleiden tot rijkdom, macht of aanzien. De gerechtigheid van God stond voorop, en daar is Hij zelfs voor gestorven. Maar het lijden had niet het laatste woord.
Ook wij kunnen gedurende deze veertig dagen stilstaan bij het lijden in de wereld, en hoe wij dat lijden kunnen tegengaan. Zodat bevrijding en opstanding (Pasen) echt beleefd kunnen worden.
Deze voorbereidingstijd is sober, dus de viertafel wordt ook sober ingericht. Suggesties: Rond carnaval (1-5 februari) kan de viertafel nog uitbundig zijn. Met slingers, serpentines en kleurige maskers. De tekst van Prediker 3, 10 -13 past bij deze uitbundige periode. Wanneer we er de dorre takjes van palmpasen bij neerleggen, kijken we ook alvast vooruit naar Aswoensdag.
Voor Aswoensdag halen we de uitbundige spullen weg, en maken we de viertafel sober. Een crèmekleurig kleed suggereert de woestijn. Stenen en cactussen en stukken schors maken het geheel kompleet. Op de viertafel blijft de grote kaars staan als verwijzing naar het Licht van Christus. Aswoensdag is een vastendag: je kunt deze dag de snoeptrommel dicht laten en met de kinderen in gesprek gaan over kinderen elders in de wereld die nooit snoep krijgen. Kunnen wij daar iets aan veranderen? Uit de kinderbijbel kan het verhaal van Jezus in de woestijn gelezen worden (Matteus 4, 1-11, Marcus 1, 12-13 of Lucas 4, 1-13).
Hierna volgen zes zondagen voor Pasen. Voor elke zondag kun je een houten blokje neerleggen, of zes waxinelichthouders, met waxinelichtjes. Elke zondag brand je een lichtje extra, op weg naar Pasen.
Eerste zondag van de veertigdagentijd:
Plaats een vaas met een krulhazelaar op de viertafel. Deze krullende tak symboliseert de lijdensweg van Jezus. Lezing: het scheppingsverhaal uit Genesis (hoofdstuk 2 en 3). Het eerste lichtje brandt.
Tweede zondag van de veertigdagentijd:
Plaats een pot met een paar bolletjes (blauwe druif of narcis) op de viertafel. Er komt al iets meer leven in de woestijn. Het tweede lichtje kan aan en er kan gelezen worden uit Matteüs 17, 1-9.
Derde zondag van de veertigdagentijd:
Leg een grote steen en een stok(je) op de viertafel, als symbolen voor de Bijbellezing: Exodus 17, 3-7. Waar Mozes water uit de rots slaat. Het derde lichtje mag branden.
Vierde zondag van de veertigdagentijd: We zijn op de helft, en deze zondag wordt zondag Laetare (Verheugt U, wees blij) genoemd. Een bosje voorjaarsbloemen op de viertafel drukt die vreugde uit. Lezing: 1 Samuel hoofdstuk 16 (uitverkiezing van herder David tot koning). Het vierde lichtje kan aangestoken worden.
Vijfde zondag van de veertigdagentijd: Met een paar stenen kunnen we een rotsgraf maken. Daarover lezen we in Johannes hoofdstuk 11 over de opwekking van Lazarus. Ook verwijst dit naar het graf waarin Jezus wordt begraven en van waaruit Hij verrijst. Het vijfde lichtje mag branden.
Palmzondag: Op Palmpasen verandert de ondergrond van de viertafel: een groen stuk stof symboliseert het nieuwe leven. Verder kunnen er buxustakjes (palmpaastakjes die in de kerk worden uitgedeeld met Palmpasen) op neergelegd worden. En een paar potjes met bolletjes in de knop. De lezing van de intocht in Jeruzalem kan gelezen worden ( Matteüs 21, 1-11). En het zesde lichtje kan aan.
Voor meer informatie en suggesties: zie www.pylgeralmanak.nl of www.geloventhuis.nl .
Pastor Germa Kamsma-Kunst.