In november denken we aan twee heiligen die zich inzetten voor de minder bedeelden: sint Maarten en sint Nicolaas.
Rond sint Maarten kan een lampion de viertafel sieren. Bijvoorbeeld een zelfgemaakte. Of een uitgesneden suikerbiet of pompoen. Het verhaal van Matteus 25, 30-45 past heel goed bij beide heiligen: “wat je voor de minsten der Mijnen gedaan hebt, heb je voor Mij gedaan”. Wanneer sint Nicolaas weer in het land komt kan een ingepakt pakje op de viertafel liggen en een kleine schoen of klomp. Een afbeelding van de heiligen kan het geheel kompleet maken. In de bibliotheek zijn verschillende mooie prentenboeken over deze heiligen te vinden: het is leuk als er een prentenboek naast staat.
Op 28 november begint de advent. Dit is de tijd die voorbereidt op Kerstmis. Een tijd waarin we ons voorbereiden op de komst van Jezus. Wij vieren Zijn geboorte, Zijn komst in de wereld. Maar we vieren meer. We bereiden ons ook voor op de wederkomst van Jezus: Zijn komst op het einde der tijden. We worden opgeroepen om zodanig te leven dat je het waard bent om Hem dan te ontmoeten. En tot slot bereiden wij ons voor op de komst van Jezus in ons eigen leven. Als Jezus niet in ons geboren wordt, is Hij voor niets geboren.
Kunnen wij ons in deze voorbereidingstijd zo openstellen voor Jezus, uitzien naar Zijn komst, ons huis openstellen voor Zijn aanwezigheid en leven zoals Hij? Dit proberen we te laten zien in de viertafel.
Wat betreft het uitzien naar: we kunnen een adventskrans maken. Met groen uit de tuin, dat een paar weken groen blijft. Groen is een teken van hoop. Vier kaarsen of waxinelichtjes duiden op het wachten: elke week wordt er een extra kaars aangestoken. Paarse linten duiden op inkeer: je met nadruk openstellen voor die komst van Jezus.
Wat betreft de komst van Jezus in de wereld kun je daar ook elke week iets mee doen.
De eerste zondag (28 november) zet je alleen kerststal neer, versierd met groen uit de tuin, stro, mos, stenen. Er kunnen vier waxinelichtjes voor gezet worden. Elke week brandt er een extra lichtje.
De tweede zondag (6 december) zet je de herders en schapen in of bij de stal.
De derde zondag (13 december) komen Jozef en Maria in de stal.
De vierde zondag (20 december) komt de engel bij de stal. De Drie wijzen uit het oosten komen in de richting van de stal. Op kerstavond (24 december) wordt het kerstkind in de kribbe gelegd.
Wat betreft Zijn wederkomst: elke kerk heeft een adventsactie. In onze kerk is dat de actie solidaridad. Een folder van deze actie (uit het parochieblad) met een beursje waar geld in gedaan kan worden kan op de viertafel. Ook foto’s uit de krant van mensen met wie wij ons solidair moeten voelen. De kinderwoorddienst op 28 november zal over deze actie gaan.
Wat betreft Zijn komst in ons eigen leven: de Bijbelverhalen en gebeden kunnen ons daarbij helpen. Voor de eerste zondag van de advent: een verhaal van de profeet Jesaja. Bijvoorbeeld Jesaja 40, 3-5 of Jesaja 11, 6-9 of Jesaja 9, 1-2, of Jesaja 63, 16-19 en Jesaja 64, 3-7. Tweede zondag: Het verhaal van Johannes de Doper. Dat is in de meeste kinderbijbels te vinden. (Marcus 1, 1-8, Lucas 1, 1-38 en 57-80)). Derde zondag: Het verhaal van Maria bij Elisabeth, (Lucas 1, 39-56). Op de vierde zondag de aankondiging van de geboorte van Jezus door de engel (Lucas 1, 26-36).
En de kerstviering voor kinderen probeert ook de boodschap van de komst van Jezus in ons leven duidelijk te maken met een heel bijzonder kerstspel!
Zie ook www.pylgeralmanak.nl en www.katholieknederland.nl