Van twee naar één
Bolsward had enkele eeuwen lang twee parochies, elk met eigen stijl en tradities: Die van de grote of Sint Maartenskerk (wat nu de Martinikerk is), en die van het klooster van de Franciscaner Minderbroeders - waar de Broerekerk (links) nog een overblijfsel van is. Deze tweedeling werd als een belasting ervaren. Toch heeft het proces van samenvoeging een halve eeuw geduurd.
In 1932 was het zover: op 29 maart werd, mede onder druk van Rome, de aloude Martinusparochie opgeheven en dat terwijl ze in 1931 nog een groot nieuw orgel hadden aangeschaft! In de namen van onze school en van het collectantencollege bleef de stadspatroon bewaard. De oude Martinuskerk is als "gebouw Oranje" bewaard gebleven en staat noordelijk van de Franciscus aan de Dijlakker.
Bouw
Ontwerp van de Sint Franciscusbasiliek door architect H.C. van de Leur
In 1933 begon, onder leiding van pastoor L. Ellerbeck de bouw van de gezamenlijke grote nieuwe kerk. De jonge Nijmeegse architect H.C. van de Leur werd door de karakteristieke bouwstijl van de uit Frankrijk uitgeweken monnik.-architect Dom Bellot geïnspireerd. Hij maakte in samenwerking met Dom Bellot de tekeningen van de kerk en de pastorie, die op 13 april 1932 gereed zijn.
Blauwdruk van de Sint Franciscusbasiliek in Bolsward door architect H.C. van de Leur
De firma H. van Heeswijk uit Best werd het werk gegund. De eerste steenlegging vond plaats op 21 april 1933. Op dinsdag 8 mei werd de kerk geconsacreerd door mgr. Gorgonius Brandsma, destijds Apostolisch vicaris van Kisumu in Midden-Afrika en de eerste Friese Bisschop na de reformatie.
Foto uit 1933 vanaf het stadhuis van Bolsward met zicht op de bouw van de nieuwe Sint Franciscuskerk.
Zeer veel handen zijn bezig geweest met de bouw van het grote kerkgebouw. De handwerkers werden met zorg gekozen en kwamen uit Bolsward en omgeving. Vooral van de metselaars werd grote nauwgezetheid gevraagd. Voor de kerk waren meer dan anderhalf miljoen bakstenen nodig. De bouw van de kerk kostte f.142.500, - het totale bedrag van bouw en inrichting was bijna twee ton.
Bij de inrichting van de kerk zijn delen uit de twee oude kerken gebruikt, onder andere het glas-in-lood, de banken en de beelden. Ook het pas aangeschafte orgel uit de Martinuskerk werd verhuisd. Het werd geplaatst op de koorzolder boven het poortgebouw (Dit orgel is onbruikbaar geworden. Omdat het van slechte kwaliteit is staat het niet onder monumentenzorg). In de Martinuskerk was het orgel een geheel. Omwille van de glas-in-loodramen werd het in twee delen gesplitst. Ook de klankkast werd gedeeld en daarmee kleiner. Dit kwam het geluid van het orgel niet ten goede.
Inwijding van de kerk op 8 mei 1934 door Mgr. Brandsma. Links achteraan staat Pater Titus.
Na de bouw is het interieur van de kerk een aantal keer aangepast. In de jaren '60 is het priesterkoor naar voren uitgebouwd, in 2004 is een nieuw altaar geplaatst en in 2009 zijn het koor en het orgel verplaatst naar het Noorderkruis.
Op 8 maart 1999 zijn de kerk en pastorie op de lijst van beschermende monumenten in Nederland geplaatst; als goed voorbeeld van een kerk in de expressionistische Art-deco stijl, die stijlzuiver is en vrijwel ongeschonden bewaard gebleven is.
Op 28 mei 2017 is de kerk tot Basilica Minor verheven.